NEIGEM – Muziekinstrumentenbouwer Jean-Pierre Hemmerijckx legt momenteel de laatste hand aan een nieuw klavecimbel. Hij doet dat samen met illustrator-schilder Luc Van Der Smissen.
We zijn niet voor het eerst in zijn atelier aan de Brusselseheerweg. Jean-Pierre toont ons dit keer zijn nieuwste klavecimbel: een kopie van een instrument uit 1747, dat in het Antwerpse Vleeshuis staat.
Populier
“Ik hoop, dat deze kopie even goed speelt als het origineel”, zegt hij. “Dit is hoofdzakelijk gemaakt uit populierenhout. Voor de meeste mensen een ordinaire houtsoort, maar in die tijd zijn haast alle instrumenten daaruit vervaardigd. De exemplaren die nog bestaan, gaan nog altijd mee, wat bewijst dat het hout de tijd kan doorstaan.”
Het originele instrument is een ‘Dulcken’, die mooie instrumenten bouwde met een speciale techniek: een dubbelwandige gebogen zijkant omwille van de klankkwaliteit. Met veel deskundigheid en begeestering wijdt Jean-Pierre ons in de gebruikte techniek en de onderdelen van het binnenwerk in.
Klavecimbels
Van jongs af aan bouwde hij instrumenten. “De laatste jaren vooral klavecimbels omdat ik ze heel mooi vind, ook van klankkleur. Ikzelf kan er niet op spelen, maar als een aantal gerenommeerde muzikanten het bespelen en het goed vinden, ben ik tevreden.”
Dit is inmiddels zijn derde klavecimbel. “De eerste twee waren ‘Ruckers’, zeg maar de Stradivarius onder de klavecimbels. Die Antwerpse familie heeft er veel gebouwd, waarvan nog heel wat in gebruik zijn. Mijn eerste kopie was blijkbaar zo goed, dat het instrumentenmuseum ze heeft aangekocht; het originele is niet meer bespeelbaar. Dit derde klavecimbel is ondertussen mooier afgewerkt, dank zij de schilder Luc Van Der Smissen.”
Inspiratie
“Ik krijg eigenlijk vrij spel van Jean-Pierre, met als enig criterium niet te veel grote bloemen te schilderen”, vertelt Luc ons. “Uiteraard zoek ik inspiratie bij wat al bestaat, zoals het klassieke blauwe lijntje, dat helemaal rondloopt. Op de binnenkant zie je bloemen, planten en dieren van hier, die Jean-Pierre regelmatig in zijn tuin ziet: een eekhoorntje, een roodborstje, een gehakkelde aurelia. Natuurlijk staat ook het kasteel van Neigem er op, zij het met enige vrije inspiratie van mijn penseel.”
Voor de buitenkant heeft hij de geest van het originele instrument nagemaakt met bijna dezelfde kleurenschakeringen, maart in een eigen interpretatie. “Niets is gekopieerd, maar ze benaderen mekaar. Het is een kwestie van veel schetsen, weggommen, hernemen tot het goed is. Van de drie klavecimbels met Jean-Pierre vind ik dit het mooiste exemplaar. Je groeit daarin.”
De eerste penseelstreken bracht hij aan vanaf maart 2022. Monnikenwerk, lijkt het. Luc spreekt liever van een soort trance. “Je bent daarmee bezig en denkt niet aan de tijd of de duur. Ik krijg zelfs wat weemoed, want het is bijna klaar en dan val ik in een zwart gat. Maar ik kom regelmatig langs zolang het hier staat.”
Moeder en kind
Rond de paasvakantie verhuist het naar het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw in Puurs voor de intonatie. Als het volledig klaar is, wordt het daar ingespeeld op de eindejaarconcerten en nadien komt het terug naar Neigem.
Of het dan te koop is, vragen we aan Jean-Pierre. “Ik ben geneigd om een instrument te creëren, dat ik graag maak, nooit met de bedoeling om het te verkopen. Maar als er interesse voor is, valt er natuurlijk over te praten.”
Het volgende project staat inmiddels ook al in de zinnebeeldige steigers: een ‘moeder met kind’.
“Dat is een rechthoekig instrument, ongeveer 1,75 m breed met het klavier aan de rechterkant. Een kleiner instrument kan in het grote worden ingeschoven. Je kunt ze apart bespelen, maar als je het op het grote instrument plaatst, klinkt het kleintje mee.”
Het zwarte gat zit er voor Luc dus nog niet aan te komen. We geven hem en Jean-Pierre alvast rendez-vous wanneer dit nieuwe project klaar is.
MLI