NINOVE – Na het overleg donderdagochtend 17 februari wisten de cafébazen en -bazinnen, waar ze aan toe zijn op carnavalszondag 06 maart. Opluchting, maar ook nog wat vragen.
Dat er een regeling is, ook in verband met het CST, is beter dan niets, hoorden we naderhand.
Zo ook bij Annita Sonck. Café De Wettel ligt niet in de feestzone, maar doet elk jaar inspanningen om in de buurt van het stationsplein voor carnavalssfeer te zorgen. Al heeft ze wel wat bedenkingen bij de regeling, zeker als de feestzone sluit.
Verantwoordelijk
“Het komt erop neer, dat de cafébazen voor alles verantwoordelijk zijn: scannen, CO2-meter, overbevolking. En wat als om 2 uur ’s nachts de feestzone sluit. Wij moeten dan iedereen opvangen, die dan al van 11 uur op stap is. Dus eerst goed drinken en feesten in de feestzone en nadien uitbollen in de cafés elders. Wij zullen het dan wel onder controle houden. Er zijn wel bandjes voorzien, voor wie zich laat scannen, om zo overal binnen te kunnen.”
Er waren veel vragen voor het overleg en blijkbaar zijn ze ook niet alle opgelost.
Bandjes
Hubert Simoens van café Den Belleman is genuanceerd positief.
“Ik moet de burgemeester en de veiligheidscel toch feliciteren met wat ze op het laatste moment wisten uit hun mouw te schudden. Al heb ik mijn bedenkingen bij de bedeling van die bandjes. Ik zie carnavalisten zondagmorgen om 8 uur niet aanschuiven voor dat kraam aan de Jill & Jack. Laat ook sommige cafés daaraan meewerken.”
Net zoals Annita, stelt hij zich de vraag wat na de sluiting van de feestzone om 2.11 uur zal gebeuren.
Lawaai
“Dan stopt daar de muziek en zwermt iedereen uit naar de cafés. Die raken snel overbevolkt, de CO-meters slaan tilt, je moet dan ramen en deuren opzetten, daardoor klinkt de muziek door in de omgeving, de buren raken verstoord door dat nachtlawaai, de politie krijgt oproepen… Ik weet het dus niet. Zelf plaats ik een tent met een buitentoog, maar ’s nachts gaat die ook dicht. En niet iedereen zal kunnen rekenen op lankmoedige buren.”
Gemengde gevoelens dus. “Al juich ik toe, dat er toch iets kan gebeuren.”
MLI