OOST-VLAANDEREN – Tegen het ontwerp beleidsplan ‘Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ zijn zoveel bezwaren ingediend, dat het provinciebestuur donderdag 20 juli het plan heeft ingetrokken.
Burgers, organisaties en lokale besturen konden tot en met 19 juli reageren op het ontwerp beleidsplan. Daarin schetst de provincie hoe ze in de toekomst wil omspringen met de schaarse ruimte. De dorpskernen blijven behouden en worden versterkt om de open ruimte te bewaren en meer plaats te maken voor water.
Reacties
Tijdens het openbaar onderzoek kwamen heel veel bezwaren en negatieve reacties binnen. Ook de gemeenteraad van Ninove sprak zich op 26 juni unaniem uit tegen dit plan. De reacties waren unisono negatief. Dat gold eveneens voor vele andere steden en gemeenten, zeker in de Denderregio en de Vlaamse Ardennen. Kortom, zowat iedereen was tegen het ontwerp.
Tijdens haar vergadering van 20 juli boog de deputatie zich over de vele reacties, die de afgelopen weken waren binnengekomen. De conclusie was daarbij duidelijk: gezien het gebrek aan gedragenheid van dit plan, rest enkel om de intrekking voor te leggen aan de provincieraad op 6 september. Er komt deze legislatuur ook geen aangepaste versie meer.
Eerste gedeputeerde Kurt Moens (N-VA): “Er is de voorbije weken heel wat gedebatteerd over het beleidsplan. En dat is een goede zaak, want een ruimtelijke visie, die de blik ver vooruit werpt in de toekomst, verdient wel wat debat. Daarbij werd helaas af en toe onzin verkocht, maar daarnaast werden voor alle duidelijkheid ook heel wat terechte bemerkingen geuit.”
Intrekken
De deputatie heeft van in het begin gesteld te zullen luisteren naar de signalen uit het veld, met name van de gemeentebesturen, en voegt vandaag de daad bij het woord.
Gedeputeerde An Vervliet (N-VA), bevoegd voor Ruimtelijke Planning: “Naast een aantal materiële fouten in het plan, worden vooral veel vragen gesteld bij het detailniveau, de haalbaarheid en de financiële consequenties. Daarenboven stellen we vooral vast, dat gemeenten zich in hun autonomie geraakt voelen. Dat willen we voor alle duidelijkheid niet: we willen net in een partnerschap met onze gemeentebesturen kunnen werken. Zonder draagvlak bij de gemeentebesturen is van dat partnerschap geen sprake. Om de vertrouwensband tussen de provincie en de gemeentebesturen te herstellen, is het dan ook noodzakelijk dit beleidsplan in te trekken.”
Tijd
Liever een goed en gedragen beleidsplan, dan een ‘snel’ beleidsplan, was een tijd terug al geopperd. Ook dat is ter harte genomen: er zal deze bestuursperiode dus geen nieuw beleidsplan komen.
Nogmaals Kurt Moens: “Iedereen onderschrijft wel, dat een visie nodig is over hoe wij in de toekomst willen omgaan met de ruimte in Oost-Vlaanderen. De verschillende reacties uit het openbaar onderzoek zullen alvast een goede basis vormen om aan de slag te gaan rond die visie. Dat is tenslotte ook de reden waarom we bewust het openbaar onderzoek hebben laten verder lopen. Maar uiteindelijk moeten we toch echt goed in gesprek gaan met de gemeentebesturen: niet opleggen maar overleggen. En vooral ook hun kennis van de situatie ter plaatse honoreren. Het is belangrijk om daar ruim voldoende tijd voor uit te trekken.”
Info: ontwerp beleidsplan Oost-Vlaanderen.
MLI