BRUSSEL – De Ninoofse burgemeester stelde woensdag 20 april 2022 in het federaal parlement een mondelinge vraag aan minister Frank Vandenbroucke (Vooruit).
Haar vraag ging over de nood aan een oplossing voor de vele vrijwilligers, die instaan voor de dag- en nachtoppas van ouderen, mensen met chronische ziekten en mensen met een beperking.
Vrijwilligers
In het verleden gold deze oppas als verenigingswerk, maar op advies van de sociale partners is deze regeling beperkt tot de sport- en de socioculturele sector.
Nu doen deze mensen een beroep op de vrijwilligerswet. Dat betekent echter, dat heel wat oppassers eind juni het plafond van de forfaitaire onkostenvergoeding zullen hebben bereikt.
Tekort
Dit is nefast voor de oppasser maar ook voor de zorgbehoevende.
“De continuïteit van de zorg komt hierdoor in het gedrang”, aldus De Jonge, “omdat verschillende vrijwilligers nodig zijn. De organisaties moeten bovendien permanent op zoek naar nieuwe vrijwilligers om aan de oppasbehoeften te voldoen. Een echt tekort aan oppassers maakt het onmogelijk voor de zorgbehoevende om thuis te blijven wonen. Dankzij de inzet van deze oppassers, kunnen ze zo lang als mogelijk in hun vertrouwde thuisomgeving blijven en een opname in de residentiële zorg vermijden.”
De sector trekt aan de alarmbel en vraagt oplossingen.
“We willen toch niet opnieuw verzeild geraken in een situatie, waarbij het gezin en de vrijwilliger onderling verder werken zonder officiële dienst en zonder enige sociale bescherming?”
Vergoeding
Volgens minister Vandenbroucke is aan de Hoge Raad voor Vrijwilligers gevraagd om een studie voor te bereiden over onder andere de hoogte van de forfaitaire onkostenvergoedingen. De Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid zal deze financieren.
De Jonge pleit voor een opname van de sector in de wet op het verenigingswerk via artikel 17: dit biedt veel meer voordelen voor de oppasser en de zorgbehoevende.
Zij zal dit dossier blijven opvolgen en zelf voorstellen doen opdat mensen de opvang en de zorg op een kwaliteitsvolle manier in hun vertrouwde thuisomgeving kunnen krijgen.
MLI