NINOVE – De Vlaamse regering maakt vanaf volgend jaar € 7 miljoen extra vrij om een aantal uitdagingen in de Denderstreek aan te pakken.
De vorige Vlaamse regering stelde vanaf 2020 via het ‘Denderfonds’ € 4 miljoen ter beschikking voor de problematiek van de uitdijende effecten van het Brussels grootstedelijk gebied op Denderleeuw, Ninove, Geraardsbergen en Zottegem.
Al dekt de term ‘Denderfonds’ niet meteen de lading, want in feite gaat het om twee subsidiestromen. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V) op een vraag van parlementslid Freija Van den Driessche (Vl. Belang) daaromtrent.
Subsidies
In 2017 ontvingen Dilbeek, Halle en Vilvoorde al de subsidie ‘Grootstedelijke Problematieken’. Sinds 2020 is dat uitgebreid en ontvangt ook Ninove die subsidie. Voor deze vier steden en gemeenten is jaarlijks een subsidie van € 4,5 miljoen voorzien. Verschillende parameters bepalen de verdeelsleutel van dit bedrag.
Daarnaast is er een financiering inzake de ‘Centrumfunctie Mobiliteit’ voor Denderleeuw, Geraardsbergen en Zottegem, met een jaarlijkse subsidie van € 2,5 miljoen. Zij dragen door hun knooppuntfunctie extra kosten. Ook hier gebeurt de verdeling volgens een aantal parameters.
Daarin komt verandering. Vanaf 2026 trekt de Vlaamse regering bijkomend € 7 miljoen uit voor Dilbeek, Halle, Ninove, Vilvoorde, Denderleeuw en Geraardsbergen; zonder Zottegem, waar de migratiedruk vanuit het Brussels hoofdstedelijk gewest een pak lager ligt.
Het is aan de steden en gemeenten om te bepalen hoe ze deze bijkomende werkingsmiddelen zullen gebruiken om het hoofd te bieden aan de bijzondere uitdagingen. Het Agentschap Binnenlands Bestuur zal de inzet van die bijkomende financiering consequent opvolgen.
MLI
