NINOVE – Guy D’Haeseleer en bij uitbreiding Forza Ninove en bij nog grotere uitbreiding Ninove zelf zijn sinds zondag wereldberoemd in Vlaanderen. Zelfs de eerste burger van Antwerpen weet inmiddels dit stukje groen liggen op zijn parking. Maar moeten wij daar blij mee zijn?
Niet echt, want het recept is duidelijk: marginaliseer jouw tegenstander door hem of haar belachelijk te maken en af te schilderen als rechts tuig van de richel. Soms werkt het. Maar elke beginnende student pedagogie of psychologie weet je te vertellen dat dit vaak een averechts effect heeft. De steile opmars van Forza Ninove bewijst dit.
Dus een beetje Libelle-psychologie zou niet onwelkom zijn in deze. En natuurlijk enige kennis van de klassiekers. Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot wisten het al in 1966: “Er was een tijd dat ik het meeste te vertellen had op feesten, waar ik met verlichte geesten vaak de politiek besprak. Waarin wij ons nooit vergisten, mensen die het beter wisten, waren allemaal fascisten die het aan verstand ontbrak.”
De afgelopen drie dagen waren daarvan een mooie afspiegeling. Van De Morgen over Terzake tot De Ideale Wereld: vaak kwam daarin de stigmatisering naar voor van de Forza-kiezer en dus van de Ninovieter. Al die media-aandacht heeft niet tot doel om de lokale problematiek helpen op te lossen; die hype dient enkel het marktaandeel van de kranten en de televisiestations. Als zij uit het Ninoofse straatbeeld zijn verdwenen, op naar een andere waan van de dag, blijft het gegeven dat 40 procent van de bevolking zijn steun heeft betuigd aan Guy D’Haeseleer.
Het zou dus goed zijn dat alle lokale actoren in dit verhaal de luwte opzoeken. Ze hebben nog goed 74 dagen, een zee van tijd, om tot werkbare oplossingen te komen voor een degelijk bestuur de komende zes jaar.
En het zou ook goed zijn als de bagger en de spuug op sommige Facebookpagina’s eindelijk zouden opdrogen.
MLI