NINOVE – Het college van burgemeester en schepenen gaf maandag 5 februari een ongunstig advies omtrent het windmolenproject ‘Ninove N28’.
De energieproducent ENGIE plant langs de N28/Koning Boudewijnlaan, nabij de grens met Roosdaal, twee windmolens. De ene is voorzien op het industrieterrein Pamelstraat-Oost 275 en de andere in het agrarisch gebied van Walput, ten zuiden daarvan.
De schepen voor ruimtelijke ordening Katie Coppens (Samen) geeft toelichting. “De stad moest het openbaar onderzoek organiseren. Er zijn intussen 133 analoge en 44 digitale bezwaren ingediend, waaronder twee petities met respectievelijk 251 ondertekenaars en 81 ondertekenaars. Het dossier van de aanvrager ENGIE overtuigt geenszins. De twee windturbines komen dermate dicht tegen de woningen in Ninove, dat enkel een uitermate ongunstig advies passend is.“
Argumenten
Zij somt de argumenten op voor dit ongunstig advies aan het departement Omgeving.
- Het project ENG1 bevindt zich binnen een bestaand ruimtebeslag, maar in een oud industriegebied zonder een groenbuffer. Door de kleine afstand tot de bestaande woningen (minder dan 300 m) en woongebieden, is het aantal gehinderden hoog.
- Het project ENG 2 bevindt zich niet in een bestaand ruimtebeslag, maar in weiden in agrarisch gebied.
- Het project voldoet niet aan de reglementering en de rondzendbrief inzake clustering en bundeling van windturbines.
- De aanvraag kan niet voor een gunstig advies in aanmerking komen omdat de projectlocaties zich niet binnen de winningsgebieden van het Energielandschap Denderland bevinden (beslissing gemeenteraad 13/09/2018).
- Momenteel is de Abdijkerk (beschermd monument) een baken en landschappelijk herkenningspunt vanuit alle windrichtingen. Vergeleken met de windturbines zal dit landschappelijk herkenningspunt in het niets verdwijnen en zal hét kenmerk van de stad Ninove (de scheve toren van de Abdijkerk) verwaarloosbaar zijn. Daardoor verdwijnen de schoonheidswaarde en het typische landmerk. De geplande windturbines hebben door hun hoogte een dermate impact op het landschap in de onmiddellijk omgeving van de landelijke bebouwing (minder dan 300 m) en het open landschap, dat ze een ernstige verstoring zullen geven in plaats van een meerwaarde.
- Door het ontbreken van de gegevens over het oorspronkelijk omgevingsgeluid, kan de grootte van de negatieve impact op de geluidsdruk voor de omwonenden niet worden berekend of geobjectiveerd. Bovendien blijkt uit de geluidstudie, dat zowel overdag als in de avond- en nachtperiode de leefkwaliteit wat betreft geluidsdruk voor de omgeving negatief zal worden beïnvloed.
- Door de nabijheid van de Ninoofse binnenstad is het aantal gehinderden onverantwoord hoog. De helft van gebouwen/woningen van de binnenstad, met een uitbreiding naar Meerbeke en Roosdaal, ligt binnen de 4 uur slagschaduw/jaar, waaronder enkel scholen. Bovendien toont de slagschaduwstudie aan, dat voor slagschaduwgevoelige objecten de mate van overschrijding van Vlarem II dermate hoog is, dat de windturbines veel zullen moeten stilstaan en de rentabiliteit in vraag wordt gesteld.
- De effecten op de natuur, inzonderheid de fauna, zijn onvoldoende onderzocht. Enkel de negatieve effecten op de broedkolonies van de blauwe reiger werden onderzocht en niet de andere broedende vogelsoorten. De natuurstudie is onvolledig.
- De impact op mens, gezondheid, landschap, natuur en biodiversiteit valt niet te verantwoorden. Hier moet het voorzorgsprincipe worden gehanteerd onder de vorm van een ongunstig advies.
Schepen voor leefmilieu Stijn Vermassen (Samen) besluit: “De windturbines stroken niet met een goede ruimtelijke ordening; de impact op mens, gezondheid, landschap, natuur is immens door de nabijheid van de stadskern. Ook al is het bestuur voorstander van windturbines als groene stroom, de impact op de omgeving moet binnen aanvaardbare normen blijven. Dat is hier niet het geval.”
Het departement Omgeving beslist uiteindelijk over het al of niet verlenen van de vergunning.
MLI
