REGIO – De archeologische dienst van SOLVA startte begin november een onderzoeksproject naar de evolutie van middeleeuwse nederzettingen en hun invloed op het landschap tussen Schelde en Dender.
Tijdens de middeleeuwen kregen onze huidige bewonings- en landschapsstructuren vorm. Hier vinden de meeste steden en een groot deel van de huidige dorpen hun oorsprong. Dat geldt ook voor de indeling van het landschap.
Groei
Tijdens de 7de-9de eeuw ontstonden geleidelijk stabielere nederzettingen; gedurende de 10de-13de eeuw (de volle middeleeuwen) vervolgens de dorpen, die we vandaag nog kennen.
Ook het landschap veranderde grondig: bossen werden gekapt, akkers groeiden samen tot grote, open landbouwgebieden of kouters. In de daarop volgende eeuwen zijn deze omvormingen bevestigd en uitgediept.
Er zijn wel belangrijke geografische en chronologische verschillen. Die zijn onder andere veroorzaakt door de verschillen in bevolkingsgrootte en –dichtheid, de sociale organisatie, de technologie en de fysieke aspecten van het landschap (bodem, reliëf).
Het zuiden van Oost-Vlaanderen, tussen Schelde en Dender, kent bijvoorbeeld een zeer grote dichtheid aan kleine dorpskernen, zowat de grootste dichtheid in Vlaanderen. Tussen die dorpen liggen grotere akkercomplexen en verspreide bossen.
Onderzoek
De laatste 15 jaar is veel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Zo ook bijvoorbeeld de opgraving van een middeleeuwse boerderij in de Outerse Lebeke.
Het onderzoek van de dienst archeologie van SOLVA wil informatie verzamelen over de verscheidenheid van de middeleeuwse woonvormen, hun relaties tot elkaar en tot het bredere landschap.
Waren alle vroegmiddeleeuwse nederzettingen klein en instabiel? Liggen ze inderdaad onder de huidige dorpen? Woonde iedereen tijdens de volle middeleeuwen in een dorp? Welke impact had dit op de indeling van het landschap? Hoe vond de ontwikkeling van een dorp plaats en hoe zagen ze er uit? Wat is de relatie met de grotere hoeves, die vaak buiten de dorpskern lagen?
Een poging tot antwoord gebeurt op twee niveaus: de volledige regio en aan de hand van enkele specifieke gevalstudies. De resultaten van dit onderzoek zullen meer inzicht verschaffen in een periode uit onze geschiedenis, waarmee we nog dagelijks worden geconfronteerd, al is dat vaak onbewust.
Het project startte op 1 november 2021 en zal 15 maanden duren. Het is een samenwerking tussen de UGent en SOLVA en combineert historisch onderzoek met de studie van oud kaartmateriaal. De Vlaamse Overheid financiert mee dit onderzoek.
Info: Archeologie SOLVA.
MLI – Foto: SOLVA.