NINOVE – Dat de begraafplaatsen in Ninove en de deelgemeenten er netjes bijliggen, vinden we vanzelfsprekend. Daarvoor zorgt een ploeg van acht man. Werkleider Marc Dufour gaf ons een inkijk in de werking van zijn team.
Als de kilte van de herfst zich stilaan in onze knoken nestelt en de novemberdagen naderen, groeit de drukte op de begraafplaatsen. Mensen lopen af en aan om de graven van hun geliefden, familie, vrienden te kuisen. Ze leggen er de gepaste bloemstukken neer en verwijlen even in gedachten bij hun plek van herinneringen.
Het onderhoud van de Ninoofse begraafplaatsen is in handen van een achtkoppige ploeg. “Normaal zijn we met tien”, legde Marc Dufour ons uit. “Maar de hele zomer waren we maar met acht. We zijn een onderdeel van de technische dienst en doen enkel het onderhoud van de begraafplaatsen, zowel de open als de gesloten.”
Onderhoud
Een groot deel van het werk gebeurt van begin april tot november; het zomeronderhoud, zeg maar. In die periode doen de mannen, wat elke tuineigenaar ook regelmatig bezighoudt.
“Onze jongens voeren alle onderhoud uit in eigen beheer, er wordt niets extern uitbesteed: hagen snoeien, onkruid branden, gras maaien, bosmaaien, beplanting aanbrengen. Sinds we enkele jaren geen onkruidverdelgers meer mogen gebruiken, is het onkruid branden onze meest arbeidsintensieve taak.”
Vroeger volstond het om een keer te sproeien en was je voor een hele tijd verlost van het onkruid.
“Een alternatief is: heet water gieten. Die methode gebruiken we op de urnevelden. Het is minder direct zichtbaar, maar het kruid blijft langer weg. In de beide gevallen is het hoe dan ook tijdrovend werk. De mensen staan daar niet altijd bij stil, maar probeer eens 7 uur aan een stuk met die brander te werken; er zijn leukere dingen dan dat. Akkoord, het is de mannen hun werk en ze doen echt wel hun best, al lijkt het soms een beetje dweilen met de kraan open.”
Groei
Meestal lukt het hen ook om alles onder controle te houden.
“Maar dit jaar was het echt moeilijk. Niet enkel op de begraafplaatsen, maar ook in je eigen tuin heb je dat kunnen ondervinden. De voorgaande zomers was het vaak gedurende enkele weken warm tot 30 graden of meer. Dan groeide het kruid of gras niet en kon je alles gemakkelijker bijhouden. Nu was het ondoenbaar, alsof we achter de feiten aanliepen met ons zomeronderhoud. Voor de bezoeker is het aangenamer als die op een begraafplaats komt, waar zo goed als alles perfect ligt.”
Sereen
Werken op een begraafplaats heeft iets apart.
“Ik vind dat ook en de mensen, die er werken voelen dat ook zo aan. Ik heb ook bij de groendienst gewerkt en hier is het toch anders; je werkt in een rustgevende en serene omgeving. Er zitten een aantal jonge gasten in onze ploeg. Vroeger was dat meestal het werk van de oudere garde, maar nu spreekt dat ook jongere mensen aan. Je moet er de juiste mensen voor hebben. En dat is bij onze ploeg het geval. Een grapje of lachje moeten kunnen tijdens het gewone werk. Maar tijdens de diensten kan dat niet. We proberen die altijd zo goed en zo sereen mogelijk te doen.”
Naast het onderhoud staan zij dus ook in voor de diensten.
“Dat zijn er gemiddeld 350 per jaar. Putten maken en vullen, asverstrooiingen, klassieke begravingen, urnen begraven of bijzetten. Er is altijd iemand van de jongens bij. De putten graven we zelf, machinaal, al komt er soms nog handwerk aan te pas op moeilijke plekken.”
Winter
Er zijn een aantal vernieuwingen gebeurd, zoals het aanleggen van de grindgazons.
“De laatste jaren doen we dat tijdens het winteronderhoud. Vroeger lagen er dolomiet of klinkers, nu meer en meer grindgazons Dat is iets gemakkelijker in onderhoud en kan zonder gasbrander; enkel met de grasmaaier overrijden. Nog in de winterperiode verwijderen we de oude steentjes tussen de graven, de keitjes, dolomiet en andere soorten. We leggen dan een worteldoek en spreiden daar lavasplit overheen. Ook dat is in de zomer gemakkelijker te onderhouden.”
De ‘schoonste’ begraafplaats is voor Marc nog altijd deze van Ninove, indertijd aangelegd naar een ontwerp van architect Eugene De Witte. “Die steekt er voor mij nog wat bovenuit qua vormgeving en heeft toch nog een aparte stijl. Natuurlijk is heel wat veranderd ondertussen, maar toch blijft Ninove mijn voorkeur wegdragen. Misschien is dat voor de andere jongens een andere begraafplaats.”
Druk
In de aanloop naar Allerheiligen en Allerzielen neemt de druk op de ploeg wat toe.
“We doen op enkele plekken nog iets meer: extra maaien, bladeren harken… De mensen beginnen te komen en wij proberen er wat van tussen te blijven met de grasmaaiers. Het is altijd een beetje een speciale periode. Nu zie je ze in grotere getale, de bezoekers die niet zoveel naar de begraafplaatsen komen. Je hebt natuurlijk de dagelijkse ‘klanten’, die kennen de jongens wel. Maar in deze periode is het echt de grote toeloop.”
Complimenten
Soms krijgen de mannen complimenten.
“Af en toe hoor je wel dat we goed werk leveren. Zelfs in dit moeilijke jaar kregen wel eens de opmerking ‘Hier is het nog proper want in … is het niet zo goed onderhouden. Ook al wisten we dat we wat achterop liepen. Er zijn natuurlijk altijd ontevredenen, maar onze mensen krijgen toch regelmatig een complimentje.”
En dat doet deugd. Het geeft evenveel genoegdoening als na je werkdag het resultaat van je arbeid overschouwen en zien, dat het goed is.
MLI