NINOVE – Dany Goessens (Forza Ninove) analyseerde de plannen van de meerderheid om een taalbeleidsplan te ontwikkelen. Hij baseert zich daarvoor op het taalanalyserapport, dat is uitgewerkt door het Agentschap Intergratie en Inburgering (AI&I). Zijn conclusie: “Er is nog veel werk aan de winkel.”
Voor Dany Goessens is het merkwaardig, dat de meerderheid plotseling weer werk maakt van het taalbeleidsplan. “Dit was een van de prioritaire beleidsdoelstellingen van de stad. Wij hadden de indruk, dat ze dit wat op zijn beloop lieten. Daarom heb ik op 14 januari een schriftelijke vraag gesteld om het taalanalyserapport in te kijken. Ik vroeg ook een kopie van hun taalbeleidsplan.”
Dat laatste bleek er nog helemaal niet te zijn, aldus Goessens. “Nadat ik daaraan aandacht heb gegeven, zijn ze dus plotseling terug in gang geschoten.”
Rapport
Er is ook het taalanalyserapport, waaraan de diversiteitsambtenaar van de stad heeft meegewerkt. Daaruit blijkt, dat veel medewerkers niet op de hoogte zijn van de taalwetgeving.
Enkele citaten uit het rapport.
- “Veel medewerkers beseffen, dat er iets is zoals een taalwetgeving, maar weten niet exact wat dit betekent en wat wel of niet mag. Veel diensten spreken over de meestal ongeschreven regel ‘enkel Nederlands’, maar deze blijkt in de praktijk niet haalbaar.”
- “Medewerkers in een frontdesk-functie geven aan, dat ze zich in hun communicatie minder veilig voelen, omdat ze het gezicht zijn van de stad en iedereen hen aan het werk kan zien. Verder heerst er over het algemeen een onveiligheidsgevoel gelinkt aan de politieke context in Ninove.”
- “Volgens een aantal maatschappelijke werkers zouden klanten de Nederlandse taal niet leren, indien dit niet zou opgenomen staan in het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI). Vele medewerkers geven ook aan, dat ze geen inzicht hebben in het leerproces en de taalniveaus van de anderstalige klanten. Een deel van de groep begrijpt wel, dat veel anderstalige inwoners het Nederlands amper moeten gebruiken in het dagelijks leven omdat hun vrijetijdsleven zich vaak afspeelt in het Brusselse.”
Nood
Goessens: “Er is dus wel degelijk nood aan een taalbeleid. De medewerkers van de stad moeten beter worden ingelicht over de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. Een wet die nochtans zeer eenvoudig is. Wanneer men in het Nederlandstalig landsgedeelte woont, is de voertaal in de openbare diensten het Nederlands. De Vlaamse regering heeft dit nog eens benadrukt in een decreet van 30 juni 1981.”
En dus moet voor hem de stad eindelijk werk maken van een degelijke opleiding van het personeel, zodat zij weten hoe de taalwetgeving in elkaar zit.
“Het rapport schrijft ook, dat er nood is aan middelen en richtlijnen om de intrinsieke motivatie bij de anderstaligen te stimuleren. De nood aan extra didactisch materiaal om anderstaligen bij te staan is geen enkel probleem. Men kan niet verwachten, dat anderstaligen die zich hier komen vestigen, meteen onze taal spreken. Daarom is het belangrijk dat ingezet wordt op het leren van het Nederlands.”
De stad moet ook meer gebruik maken van sociale tolken. “De Vlaamse regering biedt dergelijke diensten aan: het vertalen kan gebeuren via de telefoon. Deze diensten zijn natuurlijk niet gratis, maar garanderen wel een correcte vertaling van wat wordt gezegd.”
Veel werk
Zijn besluit: “Er is dus nog veel werk aan de winkel. Forza Ninove zal in elk geval niet dulden, dat aan de geldende taalwetgeving wordt gemorreld of dat andere talen worden gesproken in de diensten van de stad Ninove. Wij houden dus een vinger aan de pols en kijken uit naar het taalbeleid dat de stad, in samenwerking met het AI&I zal opmaken.”
MLI